Nieuwsafbeelding - klik om de volledige afbeelding te bekijken

De muzikanten

Elke carnavalsvereniging heeft zijn eigen slagwerkgroep. Een slagwerkgroep bestaat uit zes of zeven tamboers, een trommelaar en een trommeldrager. De trommels spelen allemaal dezelfde deuntjes op het ritme van de "ra" en "fla", maar elk op zijn eigen manier. In Binche beweegt de Gille zich nooit zonder begeleiding van een trommelaar die ritme geeft aan zijn dans.

Tijdens de muzikale soumonces en de processies in de namiddag worden de trommels begeleid door een fanfare.


Er bestaan 26 melodieën van Gilles in Binche: Air classique des Gilles - Lion de Belgique - Le postillon de Longjumeau – Le Sans souci - Le petit jeune homme de Binche - L’ambulant - Vivent les Bleus - Paysan s’en va - Eloi à Charleroi – Cavalcade - Le juif errant - La classe – Sérénade - Pas de charge - Mère tant pis - Vos arez in aubade – Arlequin - Les d’gins de l’Estène - El doudou - Quand m’grand-mère - Les chasseurs - Trompette des cent gardes - Les marins - Les brigands - Polka marche en Aubade matinale, waarbij deze laatste alleen wordt gespeeld op dinsdagochtend tot het ochtendgloren.


Een ander typisch instrument van de folklore van Binche is de viola da gamba, die de jeugdverenigingen vergezelt op Vette Maandag, maar ook bepaalde groepen op de ochtend van Vette Zondag. De viola da gamba is een draagbaar draaiorgel waarvan het klavier en de blaasbalgen werken via een cilinder met noppen die wordt geactiveerd door een zwengel, een "manique" genaamd. De violist heet "Le manniqueu".

Document acties